De woningmarkt krabbelt op, maar er zijn grote verschillen zichtbaar. Vooral het aantal verkochte vrijstaande woningen ligt nog altijd op zijn gat, blijkt uit cijfers die het CBS en het Kadaster naar buiten hebben gebracht.
Daling verkochte huizen
In het eerste halfjaar van dit jaar hebben net geen 85 duizend huizen een nieuwe eigenaar gekregen, 7 procent minder dan in de eerste zes maanden van 2022.
De daling van het aantal verkochte vrijstaande huizen is met 13 procent, oftewel net iets meer dan tienduizend woningen, bijna twee keer zo groot. De laatste keer dat de markt voor die specifieke categorie er in het eerste halfjaar zo slecht bij lag, was in 2015.
Prijs van vrijstaande woningen daalt minder hard
Kijkend naar de huizenprijzen hebben eigenaren van vrijstaande woningen het dan wel weer iets beter dan de rest van de markt: ze hielden de voeten het meest droog met 4,3 procent lagere prijzen dan een jaar geleden, tegen een marktbrede prijsdaling van 5,2 procent. In Utrecht dalen de prijzen het hardst, in Zeeland het minst hard.
Zorgen over bouw nieuwe woningen
Ondertussen groeien de zorgen over de bouw van nieuwe woningen. Het economisch bureau van ING verwacht dat de bouwers van woningen en bedrijfsgebouwen het dit jaar 2 procent minder druk hebben en volgend jaar nog eens 6 procent minder werk krijgen.
Uitkeringsinstantie UWV voorspelt dat die krimp tweeduizend banen kost. In de eerste zes maanden van dit jaar nam het aantal mensen met een WW-uitkering in de bouw al toe, net als de instroom. Arbeidsmarktadviseur Katinka van Brakel van het UWV ziet de sombere voorspellingen ook, maar trekt op basis van de nieuwe cijfers nog geen conclusies: „Het gaat vooralsnog om kleine aantallen.’’