Volgens ING vlakt het groeitempo in de flexbranche in 2023 verder af. Redenen hiervoor zijn de personeelstekorten in combinatie met de toegenomen kans op een recessie. Dit blijkt uit het nieuwe vooruitzicht flexbranche dat ING publiceerde.
Verslechterd economisch vooruitzicht
De groei in de flexbranche, deze bestaat uit uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars en payrollers, vlakt af. De branche is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de economie: als de economie groeit, neemt ook de vraag naar flexwerkers toe. Naast het feit dat de economische vooruitzichten momenteel verslechteren, zorgt de personeelskrapte er ook voor dat er een rem zit op de groei. Het is voor flexbedrijven steeds lastiger om geschikte kandidaten te vinden.
Niet terug op pre-coronaniveau
Naar verwachting bedraagt de volumegroei, gemeten in het aantal uitzenduren, in 2022 circa 4 procent. Vanwege de toegenomen kans op een recessie verwachten we dat de vraag naar flexwerkers eind 2022, begin 2023 afzwakt. Voor 2023 wordt met circa 3 procent dan ook een lagere volumegroei verwacht. Daarmee is de sector eind 2023 qua volume nog altijd niet terug op het pre-coronaniveau.
Nieuwe regelgeving zzp’ers en uitzendkrachten
Niet alleen de verslechterde economie is een reden voor de minder grote groei, ook nieuwe regelgeving zorgt ervoor dat flexwerk in de toekomst duurder en minder flexibel wordt. Om een gelijker speelveld tussen contractvormen te creëren, komt er regelgeving voor zzp’ers, zoals een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering en beperking van de zelfstandigenaftrek. Dit om te voorkomen dat bedrijven massaal zzp’ers inhuren in plaats van uitzendkrachten omdat dit goedkoper zou zijn.
De nieuwe regels worden echter naar alle waarschijnlijkheid niet gelijktijdig uitgevoerd, waardoor de fiscale verschillen tussen zzp’ers en uitzendkrachten op de korte termijn eerder groter dan kleiner worden. Dit vergroot het risico op een verdere verschuiving van de inhuur van uitzendkrachten naar zzp’ers.