Van 1 januari 2021 tot 1 januari 2023 is het aantal huurhuizen in de particuliere huursector met 67 duizend gestegen, zo melden het CBS en het Kadaster. Het totale aantal in de particuliere huursector bedraagt nu zo’n 1,2 miljoen woningen. Het percentage van het aantal particulier huurwoningen (6,3 procent) nam sneller toe dan het percentage van het aantal corporatiewoningen (1,7 procent) en het percentage van het aantal koopwoningen (0,4 procent).
Wat veroorzaakte deze stijging?
De toename van het aantal woningen in de private huursector is met name te danken aan het investeren in nieuwe woningen. Die investeringen worden vooral door stichtingen, verenigingen en bedrijven gedaan (verantwoordelijk voor 77 procent van de aankoop van nieuwe huurwoningen) en niet zo vaak door individuele personen (23 procent van de aankoop van nieuwe huurwoningen).
Nieuwe woningen ontstaan niet alleen door de woningbouw, maar ook door het veranderen van andere soorten gebouwen in woningen en door splitsingen. Daarnaast zijn ongeveer 3,6 duizend bestaande koopwoningen opgekocht en omgezet tot particuliere huurwoningen.
Wie zijn de verhuurders?
Er zijn 432 duizend particuliere verhuurders in Nederland. Sinds 1 januari is het aantal particuliere verhuurders met 4,5 procent toegenomen. De verhuurders zijn voornamelijk particuliere beleggers (beleggers die hun eigen vermogen beleggen in de particuliere verhuur): 382 duizend. De overige 50 duizend verhuurders bestaan uit stichtingen, verenigingen en bedrijven.
Het aantal woningen per verhuurder
De meeste verhuurders bezitten slechts één particuliere huurwoning. Dit betreft 302 duizend verhuurders, vooral particuliere beleggers. 90 duizend verhuurders bezitten minder dan 10 woningen.
De particuliere huursector in verschillende provincies
In Noord-Holland zijn relatief de meeste particuliere huurwoningen te vinden (18 procent van het totale aantal woningen), gevolgd door Groningen (17,3 procent). 10,4 procent van het totale aantal woningen in Groningen bestaat uit particuliere huurwoningen in handen van particuliere beleggers, een opmerkelijk hoog percentage in vergelijking met andere provincies. De particuliere huursector is het sterkst gegroeid in Flevoland met 13,4 procent. In Drenthe (9,3 procent) en Flevoland (10,0 procent) is het aantal particuliere huurwoningen het laagst.